Lichtjes op de trottoirband die aangeven hoe snel je moet rijden om probleemloos het groene licht te halen. Dat is de oplossing die ze in Leiden hebben gevonden om de efficiëntie en veiligheid in het verkeer met de fiets te bevorderen. Maar wat is het precies?
De eerste tien volglichten werden geïnstalleerd aan de kruising Klokpoort – Langegracht, Leiden. De groene lichtjes in de trottoirband springen aan, als de fietser zich binnen 30 meter van de kruising bevindt en het groene licht nog kan halen. Nadat alle lampjes op groen staan, worden ze één voor één gedoofd, volgens de rijrichting. De lampjes doen dus dienst als een soort aftelklok die de fietser duidelijk maakt of het groene licht nog haalbaar is of niet. Met de kennis die fietsers hier opdoen over de verkeerssituatie kunnen ze hun houding in het verkeer op tijd aanpassen, om zich zo efficiënter met de fiets te verplaatsen.
Uit onderzoek, gevoerd door DTV Consultant, blijkt dat fietsers dit initiatief wel kunnen smaken. Maar toch zijn er bedenkingen bij het concept.
Nog te duur
Het systeem met de teruglopende lampjes is niet meteen de goedkoopste oplossing om het fietsverkeer te optimaliseren. Het volggroen-initiatief heeft de stad Leiden nu al tussen de 20.000 en 25.000 EUR gekost. Het is dus nog maar de vraag hoe groot het budget moet zijn voor een aanpassing van de hele binnenstad.
Veelbelovend
Het initiatief ziet er wel veelbelovend uit. Bovendien blijkt uit onderzoek van DTV Consultant, dat van alle fietsers die langs die weg gereden hebben, 16% onder hen geconfronteerd werd met het volggroen. Voor Leiden komt dat voor een doordeweekse dag neer op zo’n 175-tal fietsers. Het opvallende is dat 130 van die 175 fietsers, of 74%, hun snelheid ook effectief aanpassen als het volggroen hen begeleidt.
Het toont dus aan dat fietsers hun snelheid of rijgedrag effectief aanpassen om zich zo vlotter in het verkeer te verplaatsen.
