Waarom het geen goed idee is om je e-bike op te drijven.

Fietsers kiezen steeds vaker voor de e-bike voor het woon-werkverkeer. Maar voor velen is de gewone e-bike blijkbaar niet snel genoeg. En de speed-pedelec? Die is te duur. Gevolg? Steeds vaker worden elektrische fietsen door fietshandelaren opgedreven tot snelheden tot 45km/u en meer. Het opdrijven van een elektrische fiets is illegaal en gevaarlijk. Maar een oplossing vinden voor het probleem is niet zo eenvoudig als het lijkt.

Het verschil?

Wat is het verschil tussen een e-bike en een speed-pedelec?

De gewone elektrische fiets, of kortweg e-bike, is een fiets die via een motortje in het frame of de bagagedrager, de fietser ondersteunt tot 25 km/u. Wanneer je sneller rijdt dan 25km/u slaat de motor af en moet je verder fietsen zonder ondersteuning. Je kan dus sneller fietsen, maar je krijgt geen extra ondersteuning.

Deze fietsen hebben een prijs die varieert tussen 1.300 en 3.000 euro, afhankelijk van het merk, de verdeler en de samenstelling van de fiets.

Elektrische plooifiets met ondersteuning tot 25km/u

Het snellere broertje van de e-bike, de speed-pedelec, haalt daarentegen snelheden van om en bij de 45km/u. De prijs van deze snelle fiets? Die varieert tussen 2.800 en 8.000 euro. Een pak duurder dus. Het grote prijsverschil tussen de twee fietsen valt meteen op. Dat prijsverschil wordt grotendeels veroorzaakt door de motor en de kracht (en dus de snelheid) die het kan genereren. Ook dat heeft invloed op het frame, de volledige fiets dus. Maar aan die hogere snelheden zijn wel regels verbonden. Zo moet je als eigenaar van een Speed Pedelec:

  • minstens 16 jaar oud zijn én in het bezit zijn van een rijbewijs AM of bromfietsrijbewijs (speed-pedelecs die tot 45km/u halen, worden volgens de wet beschouwd als bromfietsen, waardoor een rijbewijs hiervoor verplicht is).
  • De fiets laten registreren met een nummerplaat.
  • steeds een helm dragen.
  • niet op fietspaden rijden waar ook voetgangers wandelen.

Omdat de prijs van Speed Pedelecs zo hoog is gaan veel fietshandelaren, op vraag van de klant, de tragere e-bike illegaal opdrijven met behulp van een chip in de motor.

Speed-pedelec met ondersteuning tot 45km/u

E-bike tuning

Het fenomeen bestaat al langer dan vandaag. Op veel sites kan je zelfs onderdelen bestellen om je fiets zelf op te drijven. Uit een onderzoek dat VRT gevoerd heeft blijkt dat 5 op 6 van de, door hen bezochte, fietswinkels bereid waren trage e-bikes op te voeren. Eén fietshandelaar bood zelfs aan om de fiets op te drijven tot 70km/u.

Het opvoeren van de fiets is echter niet zo onschuldig als velen denken. Het is ronduit gevaarlijk. Veel fietsers die hun stalen ros laten opdrijven zijn de hoge snelheden niet gewoon en hebben in gevaarlijke verkeerssituaties meer moeite om de fiets te beheersen. Bovendien vernauwt een te hoge snelheid met de fiets je zicht. Je creëert tunnelvisie en ziet de gevaren rondom jou minder snel naderen. Daarnaast is een e-bike niet meer verzekerd als ze opgevoerd is. Als je als fietser betrokken raakt in een ongeluk is de kans groot dat je verzekering de kosten van het ongeval niet op zich zal nemen.

Hoe gaat het in z’n werk?

De e-bikes worden opgedreven via een heel kleine chip, binnenin de motor. De chip zelf is bijna niet te zien. Bovendien kan je aan de fiets zelf ook niet zien dat het een opgedreven model is. De chip in de motor wordt geactiveerd door een simpele druk op de knop. Maar dat knopje is op de fiets nergens te bespeuren. Fietsenmakers maken gebruik van een knopje dat al op de fiets staat, herprogrammeren de functie van dat knopje en zorgen ervoor dat via die weg de fiets extra ondersteuning krijgt.

Wat doen autoriteiten?

Als de politie jou als fietser met een opgevoerde e-bike tegenhoudt, wordt je daarvoor op dezelfde manier beboet als iemand die zijn brommer heeft laten opvoeren. Het probleem van de e-bike ligt hem echter in het controleren van de snelheid. De enige manier waarop de politie kan controleren of de fiets daadwerkelijk snelheden boven 25km/u haalt, is door de fietser op een vlakke weg te laten rijden en proefondervindelijk na te gaan of de fiets boven 25km/u nog trapondersteuning biedt.

Volgens de politie maakt de wetgeving het hen niet makkelijk om opgedreven e-bikes tegen te houden en bestuurders ervan te beboeten. Bewijs maar eens dat er op dat moment geen rugwind is, of de weg licht hellend is, of dat de bestuurder niet op eigen kracht meer dan 25km/u haalt.

Daarom vraagt de politie om nieuwe maatregelen en aanpassingen aan de wetgeving. Ook fietsproducenten moeten hier volgens hen aan meewerken. Het moet mogelijk gemaakt worden om e-bikes op een rolband te plaatsen, net als bij gemotoriseerde voertuigen. Bovendien moeten de fietsproducenten daarnaast bij elke fiets de maximale bijtrapondersteuning meedelen. Zo staat de politie sterker in haar schoenen als mensen met een opgedreven fiets de maximale snelheid duidelijk overschrijden.

Guy Crab (algemeen secretaris van Traxio) had tijdens het programma ‘De Ochtend‘ van Radio 1 een boodschap voor fietshandelaren: “Laat u er niet mee in, want u bent verantwoordelijk voor het product dat u aflevert. Met andere woorden, als er iets gebeurt met een opgedreven fiets, dan kan de overheid maar ook de eigenaar van die fiets op u verhaal komen halen. Dus u speelt met uw geld en uw zaak. Doe dat niet.”

Loading

Total
0
Shares
Related Posts