Brussel 2030: van filestad naar fietsstad?

De Brusselse regering heeft een nieuw mobiliteitsplan klaarstaan. Het plan stelt voorop dat er tegen 2030 24 procent minder auto’s in Brussel moeten rondrijden. Fietsers en voetgangers krijgen beduidend meer plaats, de metro breidt uit en woonwijken worden autoluw.

Om het gebruik van fietsen en het openbaar vervoer in Brussel te stimuleren, moet volgens de Brusselse regering het private autobezit verminderen. Het fiets- en wandelnetwerk en het openbaar vervoer moeten verder worden uitgebreid, zodat mensen minder snel de auto nemen. Bovendien is een uitbreiding sowieso nodig, want de afgelopen tien jaar is het aantal verplaatsingen met bus, tram, metro en fiets met meer dan 40% gestegen.

Fors investeren in fiets, voetganger en openbaar vervoer

De Brusselse regering wil het aantal verplaatsingen met de fiets verdrievoudigen. Die doelstelling wil ze behalen door fietssnelwegen langs spoorwegen aan te leggen en gevaarlijke kruispunten (o.a. Meiser in Schaarbeek en Sainctelette in Brussel) op maat van de fietser in te richten.

Ook voor voetgangers moet het aangenamer zijn om zich te verplaatsen. “Nu is dat nog veel te weinig het geval”, zegt Pascal Smet, Brussels minister van Mobiliteit. “Zo is bijvoorbeeld wandelen van de Louizapoort naar de Grote Markt een hachelijke onderneming.” Daarom wil de minister de openbare ruimte inrichten op maat van de voetganger. Acht wandelwegen zullen de Brusselse binnenstad verbinden met de omliggende wijken.

Daarnaast wil de Brusselse regering dat meer Brusselaars het openbaar vervoer nemen. Dat vergt natuurlijk grote investeringen. Daarom gaat er de komende tien jaar meer dan zes miljard euro naar de MIVB (uitbater Brussels tram-, bus-, en metronetwerk). Dat geld wordt gebruikt voor extra tramlijnen, volledige elektrische bussen en de verlenging én modernisering van de metro. Vanaf 2025 mag de MIVB enkel nog elektrische voertuigen aankopen.

Een autoluw Brussel

Sinds kort is Antwerpen de filehoofdstad van België. Brussel staat op een tweede plaats. Het verkeer verloopt in beide steden vaak zeer moeizaam. ‘De tweede filestad van het land’, die naam ben je liever kwijt dan rijk. Daarom besliste Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet de voorbije jaren om verschillende tunnels grondig te renoveren en grote Brusselse toegangswegen om te vormen tot stadsboulevards met een lage maximumsnelheid.

De huidige Brusselse regering wil op die visie voortbouwen. Zo wordt in 50 woonwijken de toegelaten snelheid verlaagd tot 30 km/h. “Die zone 30 moet je afdwingen, niet enkel door controles en boetes, maar ook door de inrichting van straten. Er mag enkel nog bestemmingsverkeer in de wijken en dat moet traag verkeer zijn”, stelt Smet.

Een groot deel van het Brussels gewest wordt dus autoluw. Enkel op de grotere verkeersaders zoals de Keizer Karellaan, de Louizalaan en de kleine ring mag er nog 50 km/h gereden worden. Een hogere snelheid mag alleen wanneer je Brussel in- of uitrijdt via de E40 of de A12. Op die verkeersassen mag je dan 70 km/h rijden.

Het nieuwe mobiliteitsplan kwam na twee jaar intensieve voorbereiding tot stand. Binnenkort mogen ook de inwoners bemerkingen geven. Toch, ligt de effectieve goedkeuring en uitvoering van het ambitieuze plan in handen van de volgende Brusselse regering.

Verkiezingsstunt

Dat het plan anderhalve maand voor de verkiezingen van 26 mei wordt voorgesteld, is enigszins opmerkelijk. Oppositiepartij MR vraagt zich dan ook terecht af of dit geen verkiezingsplan is, in plaats van een mobiliteitsplan. De partij trekt de haalbaarheid van de vooropgestelde doelen in twijfel, omdat andere doelstellingen van eerdere mobiliteitsplannen nooit gehaald werden.

Of het mobiliteitsplan daadwerkelijk uitgevoerd wordt, weten we na 26 mei.

Loading

Total
0
Shares
Related Posts